De geschiedenis van de elektriciteit begint bij de waarneming van elektrische en magnetische verschijnselen in de natuur. Deze waren onverklaarbaar en wekten daarom in eerste instantie angst op.
Denk hierbij aan:
- Bliksem: een elektrische ontlading in de atmosfeer, tussen negatieve en positieve lading
- Sidderaal: wekt iedere 20-25 seconden een stroomstoot op om zijn weg te vinden in het donkere water.
- Glimworm: kunnen zelfstandig licht produceren wat ze gebruiken om elkaar op te sporen tijdens de voortplanting
- Poollicht is een verschijnsel dat vooral ’s winters zichtbaar is. We zien een lichte gloed, bewegende bogen, stralenbundels of gordijnen van licht. Dit natuurverschijnsel hangt samen met uitbarstingen op de zon, waarbij grote hoeveelheden geladen deeltjes het heelal ingeslingerd worden.
In de middeleeuwen verandert dit het van een onbegrepen verschijnsel tot een manier om de nieuwe wereld te kunnen ontdekken. Dit is het begin van de wetenschappelijke studie naar elektriciteit.
Pas vanaf de 19e eeuw is de bestudering van technische aard en spreken we over elektrotechniek. Pas dan worden er praktische mogelijkheden bedacht.
Wall of Fame
James Watt, Nikola Tesla, Luigi Galvani en meer grote namen uit de geschiedenis van de elektrotechniek, hangen in ons kantoor in de “Wall of Fame” We bespreken hun bevindingen en eren hen om de grote bijdrage die zij geleverd hebben aan de ontwikkeling van de elektrotechniek.